donderdag 29 oktober 2009

zondag 25 oktober 2009
Fort Bou-Jerif. Een prachtige camping in the middle of nowhere! Je weet niet wat je ziet als je via de piste, een rotweg van 9 km, de kampeerplaats, annex hotel-restaurant nadert. Groene palmen, groen gras, groene bomen. Zoveel groen hebben we de gehele dag niet gezien. Vanmorgen vertrokken uit Sisi-Ifni, was een heerlijke plek, maar we hadden gisteren de gehele dag mist en vandaag leek het er weer op, dus maar weer on the road! De eerste stop was in Sbouya, een heel klein dorpje aan het eind van een prachtig weggetje, 18km lang door cactusvelden. Hier worden cactussen aangeplant om na verloop van tijd te worden geoogst. Van de knoppen wordt marmelade en van de bladeren worden geneesmiddelen gemaakt. In Sbouya wordt dat gedaan door een coöperatie van vrouwen. Jammer, maar op zondag is de fabriek gesloten. We werden in no time omringd door een drietal alleraardigste jongentjes van een jaar of tien. Vroegen niets, maar we hadden gisteren bij de pattiserie zoete koekjes gekocht. De jongens vonden ze heerlijk! De volgende stop was Plage Blanche, ook weer zo’n plek aan het einde van de wereld. We hadden verwacht dat daar wel wat campers zouden staan, zodat we daar de nacht konden doorbrengen. Geen camper te zien! Wel een prachtig gebied met een lagune, veel watervogels, stuifduinen. Het wordt de poort naar de Sahara genoemd. Die zie je een eindje verder liggen; alleen maar zandduinen. Toch wonen hier nog mensen, nomaden die met hun geiten, schapen en kamelen rondtrekken. We hebben voor het eerst dromedarissen zien “grazen”. Omdat er verder niemand was, zijn we na een poosje teruggereden en de piste naar Fort Bou-Jerif genomen. Overal alleen maar cactussen, maar niet het aangeplante soort, dat uit Mexico is ingevoerd, maar een soort bollen. Echt een landschap voor Rob, liefhebber van cactussen. Tijdens de late middagzon hebben we het fort bezocht. Totaal vervallen; is gemaakt van gestampte kleistenen en dat verweert snel. Het fort was nog tot 1969 in gebruik. Tot 1956 werd het bewoond door het franse vreemdelingen legioen, 200 mannen. Zo mooi in het avondlicht! Over een half uur gaan we eten in het restaurant; voor het eerst vlees van een dromedaris eten, ik dus. Betsy houdt het bij de kip.
We zijn de enige gasten en worden met alle egards ontvangen! In het gastenboek zien we maar twee landgenoten staan, terwijl we zeker weten dat Joke en Dick met hun hele club er ook geweest zijn. FBJ is echt een plek voor de 4x4 jongens zoals we zien in het gastenboek. We krijgen eerst een Marokkaanse salade dan de tajine dromedair en poulet! De kelner haalt de puntmuts van de tajines af, vraagt voor wie de poulet is en zet dan de schotels voor ons neer. Vol verwachting bekijk ik het vlees van de dromedaris; lijkt me wel een kleine zeg ik tegen Bets. Proef, smaakt naar kip! Volgens mij heb ik jouw kameel zegt Bets, met een gezicht dat er niet naar uitziet dat zij iets lekkers heeft geproefd. De kelner zag het verschil dus niet en we ruilden de schotels. Dromedaris smaakt naar….?? Naar dromedaris! Probeer het zelf maar eens; het is te pruimen! Fles wijn erbij, prima Marokkaanse wijn, €13,-. Lekker toetje, een prima maal dus. Voor Marokkaanse begrippen niet goedkoop, maar de ambiance mag ook wat kosten. Na een gezellige praatje met de chef, op naar de camper. Midden in de nacht werden we wakker, even naar buiten kijken en…. Zoveel sterren aan de hemel, halve maan en verder geen geluid of ander licht. Fantastisch!! Op de camping wordt de stroom verzorgd door een aggregaat en dat gaat om 11 uur uit. Fort Bou-Jerif, een aparte ervaring!


maandag 26 oktober 2009
Vroeg uit de veren want we wilden de zon op zien komen in de woestijn. Een strak blauwe lucht, geen wolkje te bekennen en dan komt de zon boven de heuvels uit. De lucht kleurt eerst geel en gaat langzaam over naar steeds witter, tot plotseling de zon tevoorschijn komt. Een fantastisch schouwspel van kleuren. Als we via de piste weer naar de asfaltweg rijden, zien we hoe geweldig mooi het landschap is, zoveel felle kleuren. Overal sporen van wat een regenbui kan aanrichten, want buien kunnen hier ook vallen, grote kloven in de rotsbodem. We besluiten om een stukje af te steken en daar door hoeven we ook geen saaie hoofdweg te rijden. Het is maar een smal weggetje, maar goed te rijden. Al snel slingeren we de bergen van de Anti-Atlas in. Onderweg zien we nomaden die hun tenten hebben opgeslagen op een van de weinige vlakke stukken grond. De bodem is fel roodgekleurde leem met rotsen. In de droge beekdalletjes staan wat struiken en bomen, vaak fel groen in het blad. Echt prachtig. Op 1200m hoogte komen we op een hoogvlakte die redelijk bevolkt is; overal kinderen die naar school lopen en die vrolijk naar ons zwaaien. Dat doen ook veel volwassenen. Scholen zien er trouwens goed uit. Als we weer afgedaald zijn tot 600m (in de Garmin zit een hoogtemeter), komen we bij een splitsing en weten we niet meer waar we zijn. Het dichtstbijzijnde dorpje staat niet op de kaart. Even gevraagd aan een paar keurige heren die achter een glaasje thee zitten en we weten dat we naar Tiznit moeten. En dat hadden we nu juist willen overslaan! Maar goed, daar weten we de weg en zijn dus zo op de camping waar we vier dagen geleden ook waren. En heet dat het er was vandaag!! 39 graden! In de bergen was het heerlijk, maar hier! Lekker in de schaduw, pilsje erbij, best uit te houden want het is een heel droge warmte. Het is nu bijna half 12 in de avond en ik zit buiten te typen, nog steeds ruim 25 gr. wat een heerlijk klimaat! Bets kijkt naar P&W, we hebben tot nu toe overal tv ontvangst gehad.

woensdag 28 oktober 2009
Vandaag een rustdag, klussendag, effe hemmelen op z’n drents! Voor het eerst de stofzuiger “uit de kast”’ gehaald. En dat was nodig! De garage zat onder het rode woestijn zand en in de garage staan de fietsen en veel ander spul. De weg naar Fort Bou-Jerif was wat je noemt behoorlijk stoffig. Niet echt in de camper, maar via de ventilatiegaten in de opbergvakken was een hoop woestijnzand, heel fijn, binnen gekomen. In FBJ heb ik de ventilatiegaten dichtgemaakt en dat scheelde een boel. Mooi dicht laten! De zonnepanelen afgesopt, dat scheelt in de stroomopbrengst, het zelfde met de dakluiken. Ook het luchtfilter van de motor uitgeklopt, kan die ook weer ruimer ademhalen. Ik heb wel een nieuwe bij me, maar die komt er pas op als weer in Spanje zijn. Vanmorgen door de campingwacht een Marokkaanse gasfles laten bezorgen, 150 DH fles plus vulling. Omdat we koelen en koken op gas, ook op een camping, heb je na een week of 3-4 de fles wel leeg. En wie weet hebben we het gas nog nodig voor verwarming als we weer naar koudere streken trekken. Deze rode gasbus kunnen we overal omruilen, vulling kost ong €5,-. Kan ik geen gas voor tanken! De koppeling is hetzelfde als voor de Nederlandse/Duitse flessen en past goed in de gaskast. Terwijl we zo bezig zijn, komt de kapper langs; haute coiffeur staat op zijn witte schortjas. Mijn vrouw is kapster dus niets te verdienen coiffeur, maar daar denkt Bets anders over; als kapper en kapster onder elkaar krijgt zij voor €5,- een knipbeurt! Op de stoel, onder de luifel en onder het toeziend oog van enkele Nederlanders, wordt Bets geknipt. Die Nederlanders, die hier gisteren ook aankwamen, maken een reis door Marokko en gaan dan verder naar het zuiden naar Ghana. Hij heeft zelf een Toyota 4x4 omgebouwd tot camper, stoer ding hoor. Heb ik Jan V nog geadviseerd om te doen, maar Jan had daar andere gedachten over. Over Nederlanders gesproken; dit is pas het tweede stel dat we ontmoeten. We zien onderweg alleen maar Fransozen, vaak met een hele club. In de namiddag pakken we de fiets en trappen naar een plaatsje een paar kilometer terug. Onderweg zien we een paar vrouwen, in de zwarte doeken gewikkeld zoals alle vrouwen hier, die bij een hele oude put water halen. Aan een touw zit een plastic waterfles, dat is het enige verschil met de manier van waterhalen duizenden jaren geleden. Naast de put gaat een trap naar beneden, maar die is afgesloten met takkenbossen. Deze vrouwen willen wel met Bets op de foto, al moet dan wel de doek voor het gezicht; en zo lelijk zijn ze helemaal niet. Het zoontje komt aanrennen en laat een boekje zien met Arabische tekens en franse woordjes. Hij kan ook tellen in het Frans. 500 m verder staat een toeristenbus; de passagiers zijn uitgestapt om een plaatsje te bekijken. Wij komen aan de praat met een duitser die last heeft van seine Pumpe en daarom niet verder is gegaan. Zij doen Marokko in 14 dagen, kan ook. Als we terug komen op de camping, drinken we een borrel met Joke en Frans Meyer uit Hoevelaken en genieten, terwijl de zon ondergaat, van de geweldige natuur. Het is hier echt heel mooi!
Gisteren zijn we vroeg vertrokken uit Tiznit, na eerst voor 2,5Dh twee broden te hebben gekocht; dat zijn nog eens prijzen, hé Ko! Nog geen kwartje voor 2 broden. De eerste 20 km reden we door een saai landschap maar daarna werd het steeds mooier. Na 40 km zijn we rechtsaf geslagen naar Zaouia Sidi Ahmed Oumoussa, een bedevaartplaatsje op 10 km afstand. Daar staat een prachtige Marabout, dat is een graf van een heilige. Rondom dit graf liggen veel mensen begraven; zij geloofden dat de heiligheid ook op hun afstraalt. Van de bewaker mochten we het gebouw wel fotograferen, maar niet naar binnen, ook niet na een fooi! Verboden voor ongelovigen en bovendien was er een begrafenis o.i.d. aan de gang. We stonden nog niet stil of er kwamen een stel jochies aangerend die al snel begonnen te schooien om dirhams. Zo nadrukkelijk hadden we dat nog niet mee gemaakt. Een oudere meneer in een lange witte jurk brulde ze even flink toe en ze verdwenen. Toen we terugkwamen van de wandeling naar de Marabout, waren ze er weer. Maar toen deze arbeidersjongen op z’n Achterhoeks achter ut ’n hals kwam, wollen ze wel votwezen. Terug naar de hoofdweg; na TIGMI komt al snel de col de Kerdous. Het landschap doet denken aan de sawa’s van Bali, maar dan zonder water. Allemaal terrassen waar generaties lang aan gewerkt moet zijn. Onderweg hebben we ook verscheidene enorme huizen, paleizen, gezien. Dat zijn woningen van Marokkanen die het gemaakt hebben in de handel en zich nu hebben teruggetrokken in deze paleizen. Wat een verschil met de lemen huizen! Maar die verdwijnen langzamerhand en worden vervangen door kitscherige betonkolossen. Jammer! Voor we bij de camping “Les 3 Palmiers” in TAFRAOUTE aankomen, rijden we door een schitterend berglandschap. Het lijkt erop alsof de bergen bestaan uit een berg op elkaar gegooide stenen. Sommigen liggen angstig los op de helling; ik zou er voor geen goud onder willen wonen, maar de mensen hier zullen zich wel beschermt voelen door Allah, want zij hebben er pal onder mooie huizen gebouwd. Aan het einde van de middag, rond vier uur, lopen we het stadje door, naar de markt. Alles wat maar enigszins op een doek lijkt, wordt gebruikt om op te hangen als zonwering. Wat een gezellig zooitje! ’s Avonds zitten we nog lang buiten; het klimaat is hier op 1000m hoogte heel aangenaam. Hier houden we het wel een paar dagen uit!